De naam Flevoland is ontleend aan het Flevomeer dat er ooit, in de Romeinse tijd, lag. Het is de jongste provincie van Nederland. Het werd na een jarenlange strijd met de Zuiderzee, in 1986 als 12de provincie toegevoegd aan het Koninkrijk der Nederlanden.
De Provincie Flevoland
De provincie grenst aan Friesland (noord), Overijssel (oost), Gelderland (oost en zuid) en Noord-Holland (zuid en west) en bestaat uit drie delen: Noordoost-polder, Oostelijk-Flevoland en Zuidelijk-Flevoland. Van de aanleg van een vierde polder Markerwaard (is dus nu het Markermeer) is afgezien omdat door de verwachte klimaatverandering, in Nederland, een heel sterk toenemende behoefte aan zoetwater wordt verwacht. Het restant van de voormalige Zuiderzee heet nu IJsselmeer.
De hoofdstad heet Lelystad. Deze provincie heeft een bevolkingsdichtheid van 279 inw./km2
Provinciale wapen Provinciale vlag
Het provinciale wapen heeft twee Hollandse leeuwen als schildhouders en is gedekt met een gravenkroon. Het schild toont de Hollandse leeuw (bovenzijde) op het onderlijf van een (dijkvreter) waterwolf. De leeuw heeft een lelie in de rechterklauw als eerbewijs aan Cornelis Lely die als ingenieur de drooglegging ontworpen heeft en als minister o.a. de wet op de uitvoering (zelfs zonder hoofdelijke stemming!) door het parlement kreeg. Deze symboliek tonen ook de naam van de provinciale hoofdstad, Lelystad, en de provinciale vlag.
Provinciale omroep: (Radio F) & (TV Flevoland) & geen teletext.
Flevoland in vogelvlucht & Weer in Flevoland & Noodweercentrale Flevoland.
De staten van Flevoland (foto’s).
Toerisme in Flevoland & Leskaart van Flevoland.
Flevo’s volkslied: Flevoland (Nederlands).
-1- -2-
Waar wij steden doen verrijzen, Land gemaakt door mensenhanden,
op de bodem van de zee. vol vertrouwen en met kracht.
Onder Hollands wolkenhemel, Waar de zee werd teruggedrongen,
tellen wij als twaalfde mee. die zoveel verschrikking bracht.
Refrein Refrein
-3- Refrein
De natuur laat zich hier gelden, Een provincie die er wezen mag,
dieren kiezen nest of hol. jongste stukje Nederland.
En de wijde vergezichten, Waar het fijn is om te leven,
stemmen ons zo vreugdevol. Mijn geliefde Flevoland.
Refrein
De geschiedenis van Flevoland
Hoewel de provincie nog maar kort bestaat, dus vrijwel geen geschiedenis heeft, liggen haar wortels niettemin in de Romeinse tijd. Het was hier dat de oude Germanen, in de huidige Nederlanden, krachtig toonden dat er niet zomaar over hen heen gelopen kon worden. Tacitus spreekt van „Friese” boeren doch uit andere bronnen blijkt dat ook andere stammen te hulp snelden. De Bataven (met name die van de eilanden tussen de grote rivieren) zouden hier geleerd en ervaren hebben op welke manier wat later, in het jaar 69 nbj, de Romeinen aan te pakken.
De slag om het Castellum Flevum
Tacitus schreef het volgende: „In het jaar 28 nbj. hebben de Frisii, een volk van over de Rijn, de vrede verbroken, niet op de eerste plaats uit onvrede met hun horigheid, maar wel wegens onze hebzucht. Drusus, de Romeinse generaal die de Friezen had onder-worpen, had hen overeenkomstig hun beperkte middelen een matige belasting opge-legd, namelijk de levering van runderhuiden voor militair gebruik, waarbij niemand zich bekommerde om de sterkte of grootte, totdat Olennius, een centurion die door de militaire leiding belast was met het bestuur over de Frisii, de huiden van wilde runderen als norm voor de levering koos. Deze belasting, die voor andere volkeren ook al zwaar was, droegen de Germanen met nog meer moeite omdat ze slechts bescheiden kudden hadden.
Eerst gaven ze de runderen af, vervolgens de akkers en tenslotte werden hun vrouwen en kinderen, als slaven, opgeëist. Dat veroorzaakte grote woede en dus werd er tot een oorlog besloten. De soldaten die de belastingen kwamen innen, werden gegrepen en gekruisigd. Olennius zelf wist de getergde boeren te ontvluchten en redde zich het vege lijf in de vesting, Flevum genaamd.
Maar ook daar was Olennius niet veilig, want de boeren vielen het fort van twee zijden aan: van het zuiden en van het noorden uit. De zuidelijke aanval werd afgeslagen maar aan de noordkant vielen de boeren de vesting wel binnen. Vervolgens probeerden ook twee andere groepen Friezen het fort binnen te dringen. De één uit het noordoosten en de andere over de rivier. Die werden beide verslagen. Tenslotte werden ook de Friezen die wel het fort waren binnengedrongen, het water ingejaagd.”
Slag van Baduhenna
Na de slag bij het fort ging de opstand elders in de streek verder. De Romeinen gingen de Friezen achterna. Ze moesten bruggen maken om hun zware bewapening over de kreken van het estuarium te krijgen. De Friezen waren in het voordeel. Ze waren licht bewapend (schilden en speren) en kenden de drassige gebieden op hun duimpje, Ze lokten de Romeinen steeds dieper het estuarium in. Een grote veldslag vond, volgens Tacitus, plaats in wat het „… apud lucum quae Baduhenna …” (Baduhenna’s woud) genoemd wordt. „Negenhonderd Romeinen vonden de dood door de Friese wapenen en zo’n vierhonderd doodden er elkaar „omdat ze elkander van verraad verdachten”, zo schreef Tacitus.
Moderne tijd:
Batavia koor
Batavia werf, Lowlands
Han Tiggelaar