Nederlandse cinema

Het begin

Uit het prille begin van het chemische tijdperk” is vrijwel niets bewaard gebleven. Daarna zijn er de drie grote” namen:

Joris Ivens (filmde van 1912 tot 1988), toont het be-gin van de Nederlandse film. Er was nog vrijwel geen Nederlandse filmindustrie. Bij het overzicht van zijn films is dan ook vermeld in welk land de opnamen tot een film zijn samengevoegd. Zijn werk toont de felle socialist geboren tussen de calvinisten in het noorden van de Nederlanden en het katholieke rijke Roomse leven” ten het zuiden daarvan.

Afb. Hans van Dijk, Wikipedia

Voor biografie en filmoverzicht zie: Joris Ivens.

 

Bert Haanstra (filmde van 1949 tot 1988) vertegen-woordigt het hoogtepunt van de Nederlandse cinema. In zijn films uit hij zich als de gemoedelijke calvinist” van de noordelijke Nederlanden die (na 1945) weer op zoek was naar de ontspannen glimlach, de harmonie.

Voor biografie en filmoverzicht zie: Bert Haanstra.

 

Fons Rademakers (filmde van 1958 tot 1989) kan door zijn films, cultureel, worden gezien als een verte-genwoordiger van het „rijke Roomse leven” (in de zui-delijke Nederlanden). In zijn films komt de moderne tijd (Anglo-Amerikaanse invloed) om de hoek kijken.

Voor biografie en filmoverzicht zie: Fons Rademakers.

.
Afb. Rob Bogaerts, Wikipedia


Nederlandse Cinema

Met de eerste films kwamen er bioscopen in Nederland. Deze bioscopen ontwikkelden zich tot cineacs. De programmering was schematisch als volgt: een paar korte actuele nieuws items gevolgd door achtergrond bij het nieuws en wat langere verslagen van de geplande gebeurtenissen (koninklijk bezoek, Staten-Generaal, en sport verslagen). Aanvankelijk heel kort en beknopt. De slagzin daarbij was de wereld in 60 minuten”. (Na verloop van tijd duurde de cyclus wel wat langer). Na een vertoning begon het pro-gramma opnieuw, enzovoorts. De bezoekers kochten een kaartje en bleven zitten tot ze er genoeg van hadden. Dit ging de gehele dag zo door. Met de komst van de geluids- en later de kleuren-films werd een bezoek aan de cineac een geliefd uitje voor complete gezinnen. Enkele bioscopen (als Tuschinski in Amsterdam) ontwikkelden zich tot ware theaters met meerdere zalen.

Dit was de tijd waarin cineasten als Joris Ivens en (wat later) Bert Haanstra, beroemd werden. Het zijn drie deze cineasten (tenslotte kwam Fons Rademakers er nog bij) die de basis gelegd hebben voor de Nederlandse film industrie. Daarom is extra aandacht aan hen besteed. Om hun bijdrage op waarde te kunnen schatten volgt een wel heel beknopt overzicht van de maatschappelijke ontwikkelingen in hun tijd.

Wederopbouw
(De groeiende Anglo-Amerikaanse invloed).

Afbeeldingsresultaat voor generaal george marshall

Eind 1947, dus vóór het begin van de uitvoering van het Marshallplan, waren de Britse, de Franse en de Nederlandse productie alweer op het vooroorlogse niveau. Italië en België volgden eind 1948. Maar dat werd bereikt in heel diepe armoede en met lange werk-dagen. Verder waren de mogelijkheden om die zwaar verwoeste landen weer op te bouwen heel erg beperkt en verliepen ze dus traag tot het Marshallplan op gang kwam. Dit beleid was de uitvoering van de Truman Doctrine uit 1947. Officieel heette de hulp het Europian Recovery Program (ERP).
G
eneraal George C.Marchall (1880-1959) was, als Amerikaanse minister van buiten-landse zaken (1948-1952) verantwoordelijk voor het programma. (Daarom kreeg hij in 1953 de Nobelprijs voor de Vrede).

Op 26 april kwam het Nederlandse schip de Noordam aan, met de eerste goederen van de Marchall hulp. Veel Nederlanders hadden tranen in hun ogen (in de cineac’s) bij het zien van het filmpje van haar aankomst. Die hulp (1948 – 1952) bestond voor 80% uit goederen (voedsel en machines) en voor 20% aan kredieten.  

Nieuwe tijden

* Aan het einde van de jaren ’50 was Nederland grotendeels vernieuwd, de leningen aan de USA terugbetaald en de unie met België en Luxemburg (Benelux) opgericht.
* De lonen verdubbelden in de jaren daarna en het onderwijs werd hervormd door de manmoetwet. (Het Engels werd, gesteund door de enorme Amerikaanse import van films en muziek, de tweede taal in Nederland).
* In de politiek was de scheiding tussen kerk en staat vrijwel volledig en was de vraag: heeft onze traditionele neutraliteit nog een toekomst? Het antwoord was neen, dus er werd meegedaan met de Noord-Atlantische Verdrags Organisatie (NAVO).

Door het vertrek uit de koloniën (Nederland was een kleine mogendheid geworden) en werd het, door de tragische opstanden in oost Europa, opnieuw een toevluchtsoord. Door het grote aantal vluchtelingen (uit Indonesië maar ook Hongarije, enz.) werd Nederland op cultureel gebied (weer) heel divers. Dat alles (met ook de watersnood in 1952) dwong de Nederlanders grondig na te nadenken (Deltaplan) over hun toekomst.

Deze periode van grote verschillen in de publieke opinie wordt wel aangeduid met de naam „flowerpower” (ook wel roemruchte jaren ’60). Belangrijke gebeurtenissen waren de Cuba Crises (Oktober 1962) en de Praagse lente (1968) maar het hoogtepunt was wel de grote demonstratie tegen de kruisraketten (op 29 oktober 1983) toen ruim een half millioen Nederlanders langs het Binnenhof demonstreerden. De toenmalige eerste minister, Ruud Lubbers, ontving twee jaar later (26 oktober 1985) zo’n 3,7 miljoen hand-tekeningen tegen die zelfde raketten.
Deze periode duurde tot ca. 1989 toen de Polen die eerste steen uit de muur tussen oost- en West-Europa trokken. (Zie ook: Terug in Europa, deel 3).

Moderne tijd

Dit tijdperk begint (symbolisch) met de val van de muur in 1989. De veranderingen in Europa brengen dan een herbezinning op de tegenstellingen (liberalen, calvinisten en katholieken). Ook had toen bijna elk Nederlands huishouden een kleuren-tv en (digitale) foto- en digitale filmapparatuur (de komst van de filmcassette). In een heel geleidelijk ontwikkelings proces was daabij ook de filmindustrie veranderd. Men zou nu kunnen stellen dat die verandering (die heel pril was begonnen met A Space Odyssey, 1968) in 1989 gerijpt was. Het maken van films was een echte Amerikaanse high-tech” industrie (Hollywood) geworden.

Een tijdperk was afgesloten. De drie „grote filmers” waren in deze tijd niet meer actief. Maar natuurlijk waren er, ook in de tijd van hen al jonge filmers opgestaan en maken ze ook films. Enkele van hen zijn vermeld in digitale films. De toekomst zal ons leren wie daarvan de „groten” zullen worden in het dvd-tijdperk.

Hutte

 

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze website gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.