In het algemeen hechten de Nederlanders, veel waarde aan medemenselijkheid. De meeste waarden die ze achten zijn die welke ook hun kerken nastreven (maar ze stemmen niet in met alle waarden van die kerken!). Eigenlijk willen ze alleen maar dat iedereen op zijn eigen manier (zonder anderen te hinderen) gelukkig is.
De manier waarop ze dat proberen te bereiken maakt dat veel buitenlanders nu denken dat de Nederlanders een christelijke volk zijn, maar „is dat werkelijk zo?” is een goede vraag. Dus is het handig om eens naar de feiten te kijken!
Lidmaatschappen:
Jaar 1966 1979 1996 2006 2015
Rooms katholiek 35% 29% 21% 16% 12%
Protestants PKN 25% 22% 19% 13% 9%
Protestants ↑ ↑ ↑ 4% 4%
Calvinisten 7% 6% 7% 6% 7%
Buiten kerkelijk 33% 43% 53% 61% 68%
Opmerkingen:
* In de protestantse kerken, is de macht in handen van de lokale kerkleden. Onder de plaatselijke kerkbesturen groeide een samenwerking onder de naam „Samen op weg”. Veel protestantse kerken, maar natuurlijk niet allen, zijn stap voor stap (langs die weg), naar elkaar toegegroeid tot één kerkelijke organisatie – de PKN (Protestantse Kerken in Nederland). Dit komt sinds 2006, ook tot uiting in de statistieken.
* Sinds 2006, is de absolute meerderheid (2/3) van de Nederlanders geen christen meer. Met enige vertraging, is dit langs de bestuursniveaus (democratie ) voelbaar in de gehele samenleving.
* In 2015 geloofden 50% der Nederlanders, boven 18 jaar, niet meer in een god.
Bron: Centraal Bureau voor de Statistiek CBS (in nrc.: 23-12-2016).
Betekenis van het kerklidmaatschap
Groepering Atheisten Agnosten Ietsisten Theisten
Calvinisten 1% 5% 11% 83%
Protestanten 1% 14% 34% 51%
Rooms Katholieken 7% 30% 46% 17%
Niet-Christenen 1% 31% 52% 16%(*)
Spirituelen 25% 42% 32% 1%
Seculieren 46% 42% 12% 0%
*) inclusief ca. 5% moslims (note nrc: 12-12-2016).
Opmerkingen:
* Atheïsten geloven niet in een hogere macht, ze verwerpen de gedachte eraan.
* Agnosten weten niet of er een hogere macht is, het speelt geen rol in hun leven.
* Agnosten en Atheïsten worden tezamen Humanisten genoemd.
* Ietsisten denken dat er wel hogere machten zijn.
* Theïsten geloven in één goddelijke oppermacht.
Bronnen 2016:
God in Nederland (in opdracht van de Katholieke Radio Omroep, KRO).
Door:
* Ton Bernts van de katholieke (Radboud) Universiteit in Nijmegen en
* Joantine Berghuijs van de protestantse (VU) Vrije Universiteit in Amsterdam.
De Nederlandse staat
Jongste geschiedenis in het kort:
Na de Franse tijd (onder Napoleon) was het herbouwen van de Nederlandse staat geen eenvoudige klus:
- In 1815 werd het koninkrijk der Nederlanden gevormd. Het omvatte de noordelijke en de zuidelijke provinciën (met in begrip van Luxemburg). Sommige grenzen moesten opnieuw worden bepaald. (Bijvoorbeeld: Oost-Friesland werd Pruisisch).
- In 1830 scheidden de meeste zuidelijke (allen katholieke) provincies zich af en vormden het land België. Sommige grenzen moesten op nieuw worden bepaald (Bijvoorbeeld: Baarle en Moresnet)
- In 1870-1871 was er een oorlog tussen Frankrijk en Pruisen. (Het ontstaan van Duitsland: De Pruisische koning werd in Frankrijk tot keizer van het gehele Duitse rijk gekroond!).
- In 1890 scheidde Luxemburg zich af. (Tegenwoordig is bijna de helft ervan een zelfstandig land, van de rest is het grootste deel (nu) een provincie van België. Kleinere delen zijn bij Duitsland en Frankrijk gevoegd).
- In 1914-1918 was er de Eerste Wereldoorlog. Nederland (ca. 7 miljoen inwoners) nam veel vluchtelingen op (alleen al uit Vlaanderen kwamen er zo’n 1 miljoen).
De Russische revolutie maakte dat veel Nederlanders (en dan bovenal met name hun pensioenfondsen) arm werden want alle investeringen die ze in het oosten van Europa (vooral in Rusland, o.a. de Russische spoorwegen) hadden, werden door de communisten onteigend. Wereldwijd viel de handel stil.
Moderne tijd
* In 1929, na de Eerste Wereldoorlog, volgde de grote economische recessie.
* In 1940, na die grote economische recessie, begon de Tweede Wereldoorlog.
* In 1945, na de Tweede Wereldoorlog, trok Nederland zich terug uit de wereld.
* In 1948 verliet Indonesië (Oost-Indië) het koninkrijk der Nederlanden.
* In 1953, zijn er zware overstromingen in Nederland, het Deltaplan wordt opgesteld.
* In 1963 verliet Nieuw Guinea het koninkrijk der Nederlanden.
* In 1965 waren Nederlanders weer een welvaren volk in een geheel vernieuwd land.
* In 1983 is de scheiding tussen kerk en staat (behalve in het onderwijs) voltooid.
* In 1985 verliet Suriname het Koninkrijk der Nederlanden.
* In 2010 weigerden de Nederlandse Antillen (Zuid-Amerika) het Koninkrijk te verlaten.
Opmerking:
Na 1948 was Nederland dus niet langer het grootste moslim rijk ter wereld! Nederland werd toen (als mede-oprichter) lid van de Europese Gemeenschap.
Verzuiling (na ca.1830):
Bij het stap voor stap reorganiseren van Nederland groeide er een nieuw conflict tussen de „kerken en de staat”. De meeste zichtbare was de strijd over het onderwijs (en de financiële gevolgen). De meerderheid van het Nederlandse volk wilde het onderwijs in de handen van een neutraal toezicht (kwaliteitscontrole door de staat en/of provincies danwel de plaatselijke gemeenteraden) hebben. Om die strijd te voeren vormden de kerken politieke partijen om hun ideeën te ondersteunen.
Deze strijd werd bevroren omdat de Eerste Wereldoorlog begon, dus interne conflicten op dat moment niet opportuun waren. Dus raakte Nederland verdeeld en dus kwamen er naast openbare scholen ook protestantse scholen, katholieke scholen, enz. Maar er groeiden zo ook algemene-, protestantse-, katholieke vakbonden, enz. net zoals bij de bibliotheken, de vakbonden, de sportclubs (niet op zondag), de politieke partijen, enz.
Dit alles had als neveneffect dat de sociale structuur in Nederland sterk veranderde. De „van onder naar boven” democratie (de gekozenen vertegenwoordigen hun kiezers) veranderde in een „van boven naar beneden” systeem (gekozenen vertegenwoordigen hun partij/bestuur). Hierdoor hebben bijna alle politieke partijen steeds minder leden. De enige politiek groepering die groeit, zijn de lokale partijen. Ze worden lokaal genoemd omdat ze niet naar hun bestuurders in nationale of provinciale parlementen behoeven te luisteren. Dus niemand die hun vertelt wat ze moeten doen, behalve dan hun lokale kiezers.
Huidige situatie:
Vandaag is de politiek, in Nederland, bijna net zo ingewikkeld als de godsdiensten. Om het simpel te houden (om een structuur te bieden) is het mogelijk om elke politieke partij in te verdelen in: rechtse, centrum en linkse groepen. Elk van deze drie groepen kan dan op de zelfde manier opnieuw worden ingedeeld. Op deze manier ontstaan er 9 clusters (en één voor de one-issue partijen) dus:
. Rechts: Centrum: Links:
. Rechts – rechts, Centrum – rechts, Links – rechts,
. Rechts – midden, Centrum – midden, Links – midden,
. Rechts – links, Centrum – links, Links – links.
Alle overige (kleine) politieke partijen, met nauwelijks enige invloed zijn op deze manier te zien als een 10de cluster.
De huidige (2016) kamers van het parlement tonen, van rechts naar links, de volgende politieke spectra:
Zetels (totaal) 150 75
Rechts Tweede Kamer Eerste kamer
P.V.V. 12 (20) 9 Vrijheids partij (geen leden),
V.V.D. 40 (33) 13 Liberale Kapitalisten,
D’66 12 (19) 10 Sociaal Liberalen.
Rechts 64 (72) 32
Centrum Tweede Kamer Eerste kamer
C.D.A. 13 (19) 12 Katholieken & Protestanten,
C.U. 5 (5) 3 Calvinisten,
S.G.P. 3 (3) 2 Behoudende Calvinisten.
Centrum 21 (27) 17
Links Tweede Kamer Eerste Kamer
P. v/d. A. 35 (9) 8 Werknemers partij,
S.P. 15 (14) 9 Socialistische partij,
Groen-Links 4 (14) 4 Groene partij.
Links 55 (35) 21
Resten Tweede Kamer Eerste Kamer
P. v/d. D. 2 (5) 2 Partij voor de dieren,
50 plus 1 (4) 2 Senioren partij,
Denk 0 (3) –
Forum v. Dem. 0 (2) –
Onafhankelijk 0 (0) 1 Lokale partijen
Kuzu & Öztruk 2 (0) – (geen leden, ex P.v/d. A.),
Monasch 1 (0) – (geen leden, ex P.v/d. A.),
Bontes & v. Klaveren 2 (0) – (geen leden, ex P.P.V.),
Van Vliet 1 (0) – (geen leden, ex 50-plus).
Kleine groepen 11 (16) 5
Tussen (haakjes) de uitslag in maart 2017.
Bronnen:
De websites van de eerste- en van de tweede kamer.
Conclusies:
1. In de Tweede Kamer heeft de huidige coalitie (V.V.D., D’66, C.D.A. & C.U.) 76 zetels (op een totaal van 150) dus net een meerderheid!
2. In de Eerste Kamer heeft deze coalitie slechts 38 zetels (op een totaal van 75 zetels) dus een krappe meerderheid van 1 zetel).
In maart 2018 zijn er verkiezingen van de Gemeente Raden. Daarna, In maart 2019, kiezen de Nederlanders nieuwe provinciale staten en binnen een maand daarna kiezen die vernieuwde Staten een nieuwe Eerste Kamer. Het blijft dus nog even spannend.
Vlaanderen:
* Dit is de noordelijke (Nederlandstalige) helft van België (die aan Nederland grenst).
* Volgens de NRC (van 6 september 2016) worden er in Vlaanderen ca. 250 van de ca. 1800 katholieke kerken gesloten bij gebrek aan belangstelling.
* De Vlaamse priesters zijn nu gemiddeld zo’n 70 jaar oud.
Teneur:
Christenen in het Midden-Ooosten in 2015:
Land Miljoenen 2015 % 1900 % 2015
Bahrein 0,18 —- —-
Egypte 8,40 17,5 7,5
Irak 0,35 7,0 1,0
Iran 0,29 —- —-
Israël 0,19 8,0 2,5
Jemen 0,04 —- —-
Jordanië 0,17 —- —-
Koeweit 0,32 —- —-
Libanon 1,70 77,5 30,0
Oman 0,18 —- —-
Palestina 0,07 6,5 2,0
Quartar 0,22 —- —-
Saoedi-Arabië 1,30 7,5 4,0
Syrië 0,93 18,0 3,0
Turkije 0,20 —- —-
V.A.Emiraten 1,20 0,0 13,0
Het is dus geen wonder dat onder de eerste golf vluchtelingen veel christenen waren.
Als ze blijven en ingeburgerd zijn kan dat de terugval van het aantal Kamerleden met een christelijke achtergrond slechts wat vertragen.
Bron citaten in NRC, 28 april 2017, uit: World Christian Database: G.Zurlo.
Polderen:
In 1917 waren de rechtse partijen tegen het algemeen kiesrecht en de linkse partijen tegen het bekostigen, via de algemene belasting, van het christelijk onderwijs.
Als compromis werden, na lang en stevig overleg, beide ingevoerd. (Beide wettelijke regelingen zijn nog steeds van kracht!).