Landschap met molens

Wat zou Nederland zijn zonder haar windmolens? Zeker ze stofferen heel prachtig de wat eentonige vlakke ruimte van de polders, ze zijn een grote toeristische attractie en zijn het meest populaire handelsmerk van het land. Na hard gewerkt te hebben krijgen ze nu rust en versieren ze het landschap en dienen soms als woonruimte. Slechts eenmaal per maand werken ze nog om te bewijzen dat ze, in geval van nood, nog steeds beschikbaar zijn. 

De meest gefotografeerden zijn die in Kinderdijk, de grootste cluster van historische windmolens in Nederland (de UNESCO-lijst van cultureel en natuurlijk erfgoed). Wist u dat deze geweldenaars hun eigen taal hebben?

SONY DSC

Kinderdijk

Als de stormen over de Noordzee razen en de golven op de Nederlandse kust beuken, dan sluiten de sluizen die Noordzee af om de dijken en dus het land tegen het water te beschermen.

Echter uit de bergen van midden Europa blijven de rivieren ook water aanvoeren. Dat water kan dan niet naar de Noordzee worden afgevoerd. Dus komt er een moment dat het zoete rivier water gecontroleerd het platteland (retentie gebieden) moet instromen. Wanneer de stormen luwen moet dat water door de geopende sluizen de Noordzee instromen. Daartoe moet het wel uit de overstroomde gebieden de rivieren en kanalen worden ingepompt. Moderne pompen hebben daarvoor energie (dieselolie, gas of elektriciteit) nodig. Het is dan de vraag of de infrastructuur nog zo functioneert dat een bevoorrading van die gemalen voldoende mogelijk is. De ouderwetse wind-molens hebben die energie niet nodig. Ze kunnen zonder. Er zijn nog zo’n 225 wind-molens die kunnen functioneren. Als ze dat 1 zaterdag per maand bewijzen krijgt hun eigenaar een subsidie. Dat kost veel belastinggeld tot verdriet van de rechts-liberale partijen maar daardoor zijn er wel zo veel in een bruikbare toestand bewaard gebleven. Gezien het belang van deze molens wordt in deze paragraaf iets over hen verteld.

Hendrik Avercamp: Winterslandschap met molen

Opmerking:
Tot het begin van de jaren ’60 moesten de schakelaars en de stopcontacten op 1.50 m. boven de vloer worden gemonteerd zodat ze boven het waterniveau zaten bij een dijk-breuk. Ook hadden de huishoudens (zelf) olielampen klaar staan voor noodgevallen.

De taal van de windmolens

Veel bomen proberen tijdens hun groei het zonlicht te volgen. De zon in het oosten op, trekt door het zuiden en gaat in het westen onder. De opgroeiende bomen proberen die zonbeweging (een beetje) te volgen en krijgen dan een wat spiralende vezelstructuur. De structuur betekent dat ze bij een torsiebelasting met de zon mee (klokwijs) stugger zijn dan bij wringbelasting tegen de klok in.

Wanneer men de boomstam gebruikt om er om er de hoofdas van een molen van te maken (waar de wieken aan vastzitten) is het verstandig om de molenwieken tegen de klok in te laten draaien zodat schokken wat gedempt in het verdere maalwerk komen. Dus draaien traditioneel de windmolens tegen de klok in. (Bij metalen constructies is dat, uiteraard, niet meer noodzakelijk). Nu de gebruikelijke draairichting van de molen bepaald is kunnen standen van de wieken benoemd worden. Daarbij wordt gekeken naar de bovenste wiek van een molen.  Er zijn dus een 12-tal standen mogelijk. De volgende 6 zijn vrij algemeen. De andere mogelijkheden worden vooral regionaal bepaald:

Afbeelding uit: Molens van Nederland (Herman Besselaar)

Zonder zeilen op de wieken:
1. Vlak voor het hoogste punt, dit is de normale (tevreden) ruststand.
2. Vlak na het hoogste punt, dit is de verdrietige stand.

3. Op het hoogste punt, de molen heeft een korte tijd geen werk.
4. De diagonale stand, de molen heeft langere tijd onderhoud of geen werk.

Met zeilen op de wieken:
5. De diagonale stand, er is snel hulp nodig (alarm).
Verder is de betekenis bij zeilen op wieken sterk plaatselijk bepaald. (In de Tweede Wereldoorlog gebruikte de ondergrondse in Holland de andere standen ook wel om signalen door te geven).

Met versieringen op de molen en op de wieken:
6. De molen werkt niet maar viert feest.
Van deze mogelijkheden wordt met name in Friesland gebruik gemaakt.

Opmerkingen:
* In stand 2, „kijkt” de molen naar het verdriet en volgt het (er naar kijkend) bijvoorbeeld een begrafenisstoet, terwijl de kerkklok van het dorp luidt.
* In stand 5, „kijkt” de molen (niet bewegend) naar de gewenste hulp (een timmerman of dergelijke).

Hieronder windmolens van Ravenstein…

Lithoijen…

en Kinderdijk

Zie ook: Kinderdijk

Han Tiggelaar

Afbeelding: Dorota Mazur

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze website gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.