Nederlands bouwmeesters

I MIDDELEEUWEN

De architecten in de Middeleeuwen kwamen voort uit het ambacht, hetgeen dus betekent dat zij in het algemeen zijn begonnen als steenhouwer, opklommen tot baas en tenslotte bouwmeesters werden.

Aangezien de beoefenaars van het bouwvak van de ene plaats in het ene land naar de andere plaats in het andere land trokken waren zij niet onderworpen aan de plaatselijke gildedwang. Zij waren vrijmetselaars in de oorspronkelijke betekenis van het woord. De architect werd vaak aangeduid met termen die zijn voortgekomen uit het ambacht: als meester-steenhouwer (of aarts-steenhouwer) of eenvoudig als „magister” of „meester-van-den-werke”.

Grote bouwmeesters genoten veel aanzien. Hun namen werden, bijvoorbeeld in Franse kathedralen, vereeuwigd in de labyrinten van de vloeren.

Begin 13de eeuw

Honnecourt

Bladzijde uit het schetsboek van Villard de Honnecourt

Uit de vroege middeleeuwen zijn geen namen overgeleverd. De enige belangrijke naam die opduikt is die van „Villard de Honnecourt”. Hij liet een heel uniek schetsboek achter als enig overblijfsel van zijn werk.

14de eeuw

Het meest bekend is het bouwmeestergeslacht Keldermans in de 14de , de 15de, en in de 16de eeuw.

Jan Keldermans (1375-1445) Hij werkte met name in het Hertogdom Brabant. Wat later was hij stadsarchitect in Me-chelen en bouwde er  diverse grafkelders ook werkte hij aan de St. Gummaruskerk in de Lier; aan het Stadhuis  en aan de St. Pieterskerk in Leuven.

Stadhuis, Leuven/ afb. Zairon

 15de eeuw

Andries Keldermans (1400 – 1488).
Hij werkte ook met anderen o.a. mee aan de volgende projecten: de St. Laurenskerk te Alkmaar; aan de St. Lievens Monstertoren in Zierikzee; aan de St. Rombouts-kathedraal in Mechelen; aan het Stadhuis in Middelburg, enz.

Stadhuis, Middelburg

Antoon I Keldermans (1440 – 1512).
Van zijn hand stammen
de St. Gertrudiskerk te Bergen op Zoom; Onze Lieve-Vrouwekerk te Veere en ook de Onze Lieve-Vrouwekerk in Dordrecht, enz..

Onze Lieve Vrouwe kerk, Dordrecht / afb. Paul von de Welde

Antoon II Keldermans (ca. 1450 – 1515).
Hij bouwde de St. Laurenskerk te Alkmaar; het Stadhuis van Middelburg; het Broodhuis in Brussel, enz..

st. Laurents, Alkmaar / afb.Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed

.

16de en 17de eeuw

Hendrik de Keyser (1565 – 1621)
Stadsbouwmeester van Amsterdam. Hij Heeft een zeer gevarieerd œuvre op zijn naam zoals de Oude Beurs van Amsterdam (1608); de Zuiderkerk (1603) en de Westerkerk (1620) te Amsterdam en het Stadhuis in Delft. De Keyser was ook een heel getalenteerd beeldhouwer (maakte o.a. ook het praalgraf van Prins Willem I van Oranje in de Nieuwe Kerk eveneens te Delft).

Stadhuis, Delft / beeld: Michielverbeek

Lieven de Key (Gent 1560 – Haarlem 1627).
Stadsbouwmeester van Haarlem. De nieuwe gevel van het middeleeuwse stadhuis in Leiden (in 1594); de Vleeshal in Haarlem (in 1602) en de toren van de Nieuwe Kerk in Haarlem.
.

.

Vleeshal, Haarlem

Jacob van Campen (1595 – 1657).
Groot geworden als schilder in Haarlem. Als architect beroemd geworden door: het Mauritshuis in den Haag (1633), het Stadhuis in Amsterdam in 1648, nu het Koninklijk Paleis en destijds het grootste stadhuis ter wereld!, de Nieuwe Kerk in Haarlem en het Huygenshuis in den Haag (nu afgebroken!). De leerling van Jacob van Campen was Tielman van Gameren, die een geweldige carrière maakte in Polen – lees ook
Een architect uit Utrecht.

Koninklijk paleis Amsterdam

Koninklijk paleis in Amsterdam Panorama van de Dam

Bouwmeesters die in de trant van Jacob van Campen werkten waren in die tijd: Filips Vingboons, Pieter Post en Arend van ’s-Gravesande.

Pilips Vingboons (1607 Amsterdam – 1678 Amsterdam).
Hij is de bedenker van de Amsterdamse klokhalsgevel. Die gevel kreeg bekendheid dankzij de Cromhout Huizen.

Cromhout Huizen

Cromhout Huizen, nu het Bijbelmuseum, Amsterdam

Pieter Post (1608 – 1669).
Hij was van 1645 af, de hofarchitect van Prins Frederik Hendrik: Hij is verantwoordelijk voor het stadhuis van Maastricht, de Waag-gebouwen van Leiden (1657) en de waag van Gouda (1668), nu een museum voor de Goudse kaas). De Oostkerk in Middelburg, het Kruithuis in Delft en het Kasteel Heeze stammen ook van zijn hand.

Waag in Gouda / afb. Jan dijkstra

Arend van ’s-Gravesande
(ca. 1610 ‘s-Gravesande – 1662 Middelburg). Hij bouwde in Leiden de Mare kerk, de Lakenhal, de Bibliotheca Thysiana, het Huis van Leyden en de Doelenpoort.

Marekerk, Leiden / afb. Atlas de Wit 1698
.

Pieter Arentsz Noorwits: (1612 – 1669).
Den Haag, de Nieuwe Kerk (het Spui). Hij bouwde (1639-1640) ook het classicistische raadhuis van Middelharnis naar een ontwerp van Arent van ’s-Gravensande..

Voormalig raadhuis Middelharnis, (nu “Rien Poortvliet” museum)

Adriaan Dorsman (1635 Vlissingen – 1682 Amsterdam).
Bouwde o.a. de Lutherse Kerk aan het Spui in Amsterdam (1668)

Oud Lutherse Kerk, Amsterdam

II HOLLANDS CLASSICISME 

Daniël Stalpært (1616 Amsterdam – 1676 Amsterdam).
’s Lands Zee Magazijn in Amsterdam (1665). Sinds 1973 is het zeevaartmuseum er in gevestigd. Deze stijl heet het „Hollands classisme”.

Zee Magazijn

’s Lands Zee Magazijn, nu zeevaartmuseum Amsterdam Panorama stadszijde

Jacob Roman (1640 den Haag – 1716 den Haag);
Het stadhuis in Deventer (1693).
Stadhuis in Deventer

Stadhuis in Deventer

Maurits Post (1645 Haarlem – 1677 den Haag).
Het slot Amerongen (1676), het paleis Soestdijk (1675). Soestdijk 2

Paleis Soestdijk

Steven Vennecool (1657 Amsterdam – 1719 Amsterdam).
Het stadhuis in Enkhuizen (1686). Stadhuis Enkhuizen

Stadhuis Enkhuizen

Daniël Marot (Frans réfugié 1661 Parijs – 1752 Amsterdam);
Bouwde in barokstijl. Hij is de enige architect van betekenis tijdens de Republiek der Nederlanden tussen 1700 en 1750. Hij bouwde het huis voor van Wassenær-Obdam op de hoek van de Kneuterdijk (Den Haag, 1716); de gevel van de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag (1734); de uitbreiding van het paleis Huis ten  Bosch; woonhuis aan het Haagse Noordeinde (huize Fagel); en een aantal Patriciërswoningen aan de Prinsessegracht in Den Haag.

Het huis van Wassenær-Obdam     

Pieter de Swart (1709 -1772);
paleis Lange Voorhout te in Den Haag (nu de Koninklijke Schouwburg); stadspaleis Herengracht in Den Haag (1750). Delftse Poort in Rotterdam (10 mei 1940 door de Duitsers verwoest).  

Paleis Lange Voorhout den Haag

Oudshoorn (1810 Nieuwveen – 1875 Amsterdam).
Het Paleis voor Volksvlijt in Amsterdam (geopend 1857, en in 1929 door brand verwoest).

Paleis voor volksvlijt

P. J .H. (Pierre) Cuypers (1827 Roermond – 1921 Roermond).
Neogotiek. Hij was ook Rijksbouwmeester: Het Cuypershuis Roermond; het Centraal Station van Amsterdam; (1889) het Rijksmuseum in Amsterdam; het Kasteel de Haar; Vele kerken zowel in het binnen- als in het buitenland.

Centraal Station van Amsterdam De dichter Joost van den Vondel (Keulen, 1587 – Amsterdam, 1679) schreef al: „Æn d’ oevers van het IJ, daar doet zich heerlijk open, zij die als Keizerin, de kroon draagt van Europe …”. Het Centraal station beëindigde dat „heerlijk open” op een fraaie manier. Central Station in het water

Centraal Station Amsterdam (in het water – het IJ – gebouwd), foto 2010

Dit station, is in het IJ gebouwd met zijn „gezicht” naar de stad. Het station heeft nog steeds (net als de stations in Den Haag, Utrecht en Baarn) een authentieke koninklijke wachtkamer.

Central Station 3

Koninklijke wachtkamer Centraal station Amsterdam

 III MODERNE NEDERLANDSE ARCHITECTUUR

De Amsterdamse school (ca. 1910 – 1930)
Is de Stroming die zich kenmerkt door een bakstenen architectuur met accenten in natuursteen. Amsterdam is de bakermat ervan, maar ze vond ook in andere plaatsen in de Nederlanden navolging. Belangrijke namen hierbij zijn: H.P. Berlage, J.M. van der Mey, M. de Klerk en P.L. Krame.

Amsterdamse school

Bij het ir. D.F. Woudagemaal is vooral als kenmerk de symmetrie  aanwezig

De Delftse school (ca. 1939 – 1960)
Dit is een reactie op de Amsterdamse school. De grote drijfkracht achter deze stroming is Marinus Jan Granpré Molière. Het kenmerkende van deze stromen is het gebruik van baksteen, natuursteen in de traditionele vormentaal. Deze school streefde  naar een architectuur gebaseerd op algemene waarden en normen. Verder wilde ze de traditionele Nederlandse plattelandsbouw in haar waarde laten. Ze vond de Amster-damse school te decoratief. De architectuur moest nederig en dienstbaar zijn en vooral niet opvallen. Schoonheid ligt in de eenvoud van een goede harmonie tussen ruimte, massa en licht. De functie van een gebouw moet tot uitdrukking komen in de vorm. Daarom is er ook een groot onderscheid in de vorm van woonhuizen (eenvoudig en ingetogen) en publieke gebouwen als stadhuizen en kerken. Die laatste moesten juist monumentaal zijn om hun functie te benadrukken. De Delftse school heeft een sterk stempel gedrukt op de periode tussen de wereldoorlogen tot en met de wederopbouw van na de Tweede Wereldoorlog.

Enschede_Stadhuis

Gijsbert Friedhoff: stadhuis van Enschede, 1933

Het Nieuwe Bouwen (1920 – 1940)
Dit was weer een reactie op de Delftse school. Deze stroming is gekenmerkt door platte daken en (wit)gepleisterde gevels zonder ornamenten. Licht, lucht en ruimte zijn daarbij heel belangrijk. De architecten wilden gebouwen ontwerpen waarbij de ruimte belangrijker was dan de bouwmassa. Lichte constructies met grote ramen zodat de binnen- en de buitenruimten met elkaar verbonden waren. Dat sloot aan bij de heersende opvattingen over gezondheid: “De mens heeft licht en lucht nodig voor een gezond leven”. In Nederland werd de „Nieuwe zakelijkheid” door twee verenigingen van Architecten gedragen, te weten: „de Opbouw” (1920 in Rotterdam) en „de 8” (1927 in Amsterdam). Bekende architecten van deze stroming zijn: J.J.P. Oud, M. Brinkman, en W. van Tijen.

Openlucht school

Openluchtschool, Amsterdam, 1930

Internationaal vond deze stroming aansluiting bij het CIAM. In 1928 werd, door de Zwitserse architecten Le Corbusier en en Karl Moser, het eerste Congres Internatio-naux d’Architechture Moderne georganisserd. Ook de Duitse architecten stroming Bauhaus sloot zich daar bij aan.

Bauhaus

 IV MODERNE NEDERLANDSE BOUWMEESTERS

H. P. Berlage (1856 Amster-dam – 1934 den Haag).
Het hoofdgebouw voor de Verzekeringsmaatschappij. „De Nederlanden van 1845” in den Haag; het Haagse gemeentelijk museum; de Beurs in Amsterdam; het Jachthuis Sint-Hubertus op De Hoge Veluwe; het gemeentehuis in Usquert.

Beurs van Berlage

K. P. C. de Bazel (1869 den Helder – 1923 Amsterdam).
Het gebouw van de Heidemaat-schappij te Arnhem; het gebouw van de Nederlandse Handel-Maatschap-pij (thans het stadsarchief) in Am-sterdam; verder talrijke landhuizen.

Nederlandse Handel-Maatschappij, nu Stadsarchief Amsterdam
.

W. M. Dudok (1884 Amsterdam – 1974 Hilversum); het Raadhuis van Hilversum; het crematorium in Westerveld; de Bijenkorf in Rotterdam; de Stads-schouwburg van Utrecht; het Erasmushuis in Rotterdam.

Erasmushuis / beeld: Johan Bakker
.

G. Th. Rietveld (1888 Utrecht – 1964 Utrecht); hij trad toe tot de “Stijlgroep” en werd heel bekend door het zo genaamde „Rietveld-Schröder huis” in Utrecht. Hij bouwde ook landhuizen in Kinderdijk, Den Dolder, Velp enz. Verder ook nog de Julianahal op het Jaarbeursterrein in Utrecht (op het terrein van voormalige Hojel kazerne), het tentoonstellings-paviljoen in Arnhem. Daarnaast maakte een  aantal strakke meubelontwerpenin primaire kleuren.

Rietveld-Schröderhuis                           

 J. J .P. Oud, Ko (1890 Purmerend – 1963 Wassenaar); dit zijn de eerste symptomen van de „Stijl”! diverse woningbouwprojecten te Rotterdam; het café De Unie in Rotterdam; het Nationaal monument op de Dam in Amsterdam.

.
Café de Unie / afb. F.Eveleens

 M. J. Granpré – Moliere (1883 Oudenbosch – 1972 Wassenaar); het begin van de „Delftse School”!; Tuindorp Vreewijk te Rotterdam; de raadhuizen te Naaldwijk, te Zwijndrecht, te Uithoorn en enkele kerken zijn van zijn hand.

Tuindorp Vreewijk

Tuindorp Vreewijk

J. Duiker (1890 den Haag – 1935 Amsterdam); het Sanatorium de Zonnestraal te Hilversum; de Openluchtschool en de Cineac in Amsterdam.

Cineac, Amsterdam / afb. Rudolphus

M. Duintjer (1908 Veendam – 1983 Amsterdam); het Provinciehuis in Zwolle; de Nederlandse Bank in Amsterdam; en het ABN-kantoor in Amsterdam; diverse kerken o.a. in Amstelveen en in Amsterdam.

Provinciehuis Overijssel,

Provinciehuis Overijssel, Zwolle

W. van Tijen (1894 Wormerveer – 1974 Zandvoort); de Sociale woning-bouw Rotterdam in het kader van de Wederopbouw na de oorlog: de Park-laanflat, de Bergpolderflat, de Plaslaan-flat.

  Parklaanflat, Rotterdam / beeld: Wikifrtis

J. A. Brinkman (1902 Rotterdam – 1949 Rotterdam) en L.C. van der Vlugt (1894-1936) waren prominente architecten van „Het Nieuwe Bouwen” en hadden samen het bureau Brink-man en Van der Vlugt; projecten: de van Nelle fabriek te Rotterdam; Stadion Feyenoord Rotterdam; tele-fooncel PTT; diverse woonhuizen.

Van de Nelle fabriek, Rotterdam

Stopera (Buitenzijde) Amsterdam

Stopera (buitenzijde) Amsterdam

C. G. (Cees) Dam (1932); bouwde de Stopera (1986 – stadhuis en opera), de Optie-beurs (1987 -thans kantoor van de hoofdredactie NRC) en het Huis van de toekomst (1989) in Amsterdam. Hij werd in 1993 hoogleraar in de architectuur in Delft.

Stopera (Buitenzijde) Amsterdam 2

Stopera (Binnenkant) Amsterdam    

Omstreeks 1950 begon „Het Nieuwe Bouwen” in Rotterdam een eigen gezicht te krijgen (de wederopbouw van de stad!) Leidende figuren hierin zijn J.H. van den Broek & J.B. Bakema, E.F. Groosman, W. van Tijen, H.A. Maaskant en vele anderen:

Winkelcentrum Lijnbaan

 Winkelcentrum Lijnbaan, Rotterdam  

Aula bouwkunde, T.U.-Delft

Aula bouwkunde, T.U.-Delft

E.F. Groosman (1917 Ovezande – 1999 Maassluis).
Sport- en Tentoonstellingscomplex Ahoy in Rotterdam; de Parkflat Rotterdam en ook diverse woonprojecten. Ahoy complex Rotterdam

Ahoy complex Rotterdam

H.A. Maaskant (1907 Rotterdam  – 1977 Rotterdam).
Groothandelsgebouw Rotterdam; de Hiltonhotels in Rotterdam en in Amsterdam; de Pier van Scheveningen; de Euromast Rotterdam; het Provinciehuis in Den Bosch (ofwel ‘s-Hertogenbosch); enz.

Groothandelsgebouw

Groothandelsgebouw

Gebroeders Evert en (1898 Rotterdam – 1978 Rotterdam) en Herman Kraaijvanger (1903 Rotterdam – 1981 Rotterdam).
Wederopbouw architecten in Rotterdam; voor de oorlog deden ze veel woningbouw-projecten, scholen en kerken; na de oorlog o.a. het Concertgebouw „de Doelen”; het Stations-postkantoor in Rotterdam.

De Doelen (buitenzijde) Rotterdam

De Doelen (binnenzijde) Rotterdam

De Doelen (binnenzijde) Rotterdam  

Rem Koolhaas (geb.1944 Rotterdam).
Oprichter van het bekende Rotterdamse architectenbureau OMA (Office for Metropo-litan Architecture). De nu meest invloedrijke en (internationaal) de bekendste heden-daagse Nederlandse architect. Hij ontwierp: de Kunsthal Rotterdam en het Museum park in Rotterdam. Mondiale projecten zijn: het Guggen-heimmuseum in Las Vegas, USA; de Nederlandse ambassade in Berlijn; het hoofdkantoor van de Chinese televisie in Peking.

Nederlandse Ambassade Berlin

De Nederlandse ambassade in Berlijn

Opmerking: In Polen komt  men talloze invloeden van de Nederlandse architectuur tegen. In het bijzonder in Danzig en Warschau is dat het geval. Zo werkte bijvoorbeeld in de tweede helft van de 17de eeuw Tielman van Gameren in de Poolse hoofdstad. Hij ontwierp er veel paleizen en andere gebouwen. Lees ook: Stettin – Danzig, Een architect uit Utrecht,

Ambassade van het Koninkrijk der Nederlanden in Warschau – lees Ambassade in een tuin.

Han Tiggelaar

Afbeelding: Wikipedia

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze website gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.