Het fotoverslag Lichtjes van Amsterdam is een goede gelegenheid de inwoners van de oude Jordaan te herinneren en zo ook hun aandeel in de Amsterdamse geschiedenis van de tweede wereldoorlog.
Tot voor enkele jaren werd het gebied bewoond door de „werkende klasse” Die mensen waren arm en wilden (bijna altijd) toch een beetje plezier hebben. Arme mensen zoeken dat dan op straat.
Jordaan 1902 / photo: Wikimedia Commons
Tijdens de Tweede Wereldoorlog waren de Nederlanders tamelijk depressief want het leek erop dat de Duitsers heel Europa zouden gaan beheersen. Althans dat vreesden ze. Maar begin 1943, verloren de Duitsers de slag om Stalingrad. Toen keerde de hoop terug in hun harten en de mensen in dit gedeelte van Amsterdam zeiden: „genoeg is genoeg”. Maar hun straten bleven donker, nat en koud, want er was geen elektriciteit, geen brandstof, enz.
Daarom misten ze het saamhorigheidsgevoel en de fameuze „lichtjes in hun straten” in de avonden. Toen verscheen er plotseling een liedje in die straten met de titel: „als op het Leidseplein de lichtjes weer eens branden gaan”. Dat was een signaal dat een sterk effect had, het was voor de Nederlanders het signaal van hoop. Ook het echte verzet werd wakker. Het openbaar vervoer, enz. zou staken tot op de bevrijdingsdag.
Hier een paar uitvoeringen van dat zo bekende lied:
Willy Walden (1943), Manke Nelis & Johnny Meyer (ca. 1960) en Willeke Alberti (1980).
Na de oorlog, eind jaren ’50, herleefde de cultuur van de Jordaan met liedjes als:
* Het „volkslied” van de Jordaan (door Johnny Jordaan).
* De lovesong voor (de grachten van) Amsterdam (door Tante Leen) en traditioneel elk jaar, door de Amsterdammers, gezongen op het Prinsengracht concert.
In de jaren ’60 werd de sfeer in de liedjes weemoedig:
* Zo was „Amsterdam huilt” (1964 – over de vermiste Joden) heel populair. Het werd gezongen door Zwarte Riek (Hendrika Elisabeth Jansen), de „Prinses van de Jordaan”.
* Een paar jaar later (1966) maakte Ramses Shaffy het liefdevolle liedje „Sammy” (over een depressieve Jood) heel populair. (Ramses’ afscheid van zijn zieke moeder).
In de latere jaren ’60 groeide de welvaart in Nederland heel snel en werden de huizen in het centrum van Amsterdam te duur voor de Jordanezen. Ze verhuisde daarom naar nieuwe (en betaalbare) huizen in de nieuwe wijken in de nieuwe plaatsen in de nieuwe provincie Flevoland. Tegen zo veel vernieuwing was de oude cultuur van de Jordaan niet bestand. Die doofde dus uit. Hoewel … misschien slaapt die geest alleen maar wat want:
* Een blijspel, de Jantjes, uit de jaren ’20 over die Jordaan was zo’n 80 jaar later een daverend succes! Het heette toen alleen geen blijspel meer maar een musical ?.
* Toen de gemeente Amsterdam een boom, oud en der dagen zat, wilde kappen brak er een opstand uit. Het was namelijk dé boom die Anne Frank, volgens haar dagboek, dierbaar was. Specialisten van de Landbouw universiteit in Wageningen werden er bij gehaald, boomchirurgie werd toegepast en van het zaad jonge boompjes gekweekt. Toen die boom (zo’n 150 jaar oud) het toch niet redde, waren er dus gepaste opvolgers.
Anne Frank’s paardenkastanje, uitzicht vanaf 2006 / foto. huliana90212, Wikimedia
Han Tiggelaar