Muziek in de „polders”

Onder de wel zeer grote druk van de Anglo-Amerikaanse commercie heeft ook het Nederlandse lied het niet gemakkelijk. Maar, zoals overal ter wereld, leert ook de Nederlandse jeugd nog vaak het zingen van hun ouders. Dus zijn die liedjes vaak de wijsjes die de ouders zelf zich herinneren uit hun eigen jeugd.

Het leren van die kinderliedjes begint dus meestal al heel vroeg. Wat voorbeelden van dergelijke liedjes zijn:

Kinderliedjes

‘k Zag twee beren broodjes smeren,        Twee emmertjes water halen,
Op een grote paddenstoel,                       Slaap kindje, slaap,
Dikkertje Dap,                                           Lief klein konijntje,
Er is er een jarig hoera, hoera,                 Poesje mauw, kom eens gauw,
Alle eendjes zwemmen in het water,        De wielen van de bus,

Klap eens in je handjes,                           In de manenschijn,
Mijn grootvaders klok,                              Joepie joepie is gekomen,
Altijd is Kortjakje ziek,                              De kop van de kat is jarig,
In Holland staat een huis,                        Roodborstje tikt tegen ‘t raam,
In den Haag daar woont een graaf,         Zeg Roodkapje waar ga je hene? 

Alle eendjes zwemmen in het water,       De zevensprong,
Hansje pansje kevertje,                           In een groen, groen knollenland,
Klikspaan, boterspaan,                            Moriaantje zo zwart als roet,
Zo gaat de molen,                                   Schuitje varen, theetje drinken,
Drie kleine kleutertjes,                             Op een klein stationnetje …

Oze wieze woze,                                     Ik stond laatst voor een poppenkraam,
Hoedje van paper,                                   Papagaaitje leef je nog?
Vader Jacob,                                           Jan Huygen in de ton,
Berend Botje,                                          Schipper mag ik overvaren, ja of neen,
Zagen zagen, wiede wiede wagen,        Boer wat zeg je van mijn kippen,

Klikspaan, boterspaan,                           Het regent, het regent,
Daar zat een aapje op een stokje,          Heb je wel gehoord van de holle bolle wagen,
Hop Marjanneke,                                     Draai het wieletje nog eens rond,
Tussen Keulen en Parijs,                        Er zaten zeven kikkertjes,
Klein, klein kleutertje,                              Daar was laatst een meisje loos,

De Mosselman,

kinderliedjes

Zo gaat de molen

Op die kinderliedjes volgen dan de schoolliedjes en de wat meer traditionele liederen zoals speelliedjes, wandelliedjes, aftelrijmpjes en kerkliederen. De meest bekende voor-beelden zijn de Sinterklaas- en Kerstliedjes. (Sinterklaas liedjes worden uiteraard niet in de kerken gezongen).

Schoolliedjes

Na de Tweede Wereldoorlog verdwenen alle Duitse liedjes uit het onderwijs. Ook de Franse liederen verloren de strijd met die van de Engelstalige overwinnaars. Aanvan-kelijk bleven dus „uit den Vreemde” alleen de Zuid-Afrikaanse liedjes over. Echter een groeiende weerzin tegen de apartheidspolitiek deed wat later ook die liedjes verdwijnen.
Zo werd de fameuze generatie van de jaren ’60 dus Engelstalig voorgeprogrammeerd.

Intermezzo

Het Afrikaans (met 7 miljoen sprekers) is, anders dan Vlaanderen (7 miljoen sprekers), Suriname (3 miljoen sprekers) en Nederland (17 miljoen sprekers) nimmer toegetreden tot de Nederlandse taalunie. Dit verzwakt de positie van die taal, denken de meeste Nederlanders. Het zou immers een volwaardig lid kunnen zijn. Dat het bij die taalfamilie en cultuur behoort (zie de volgende voorbeelden) is breed aanvaard.

Afrikaans:
Oude Volkslied: de Stem,                          Nieuwe Volkslied: Tweetalig,
Patriottisch lied: Afrikanerhart,                  Strijdlied voor de taal: Sing Afrikaner sing,
Mamma ik wil een man hè!,                      Bobbiaan klim die berg,
Sarie Marais,                                             Soen my on my boopie,
Ou-Kraaltjies,                                            Bobbejaan klim die berg,
Suikerbossie,                                            Boerenstrijdlied,

Opmerking:
Soms wordt een lied heel „bijzonder” doordat het een diepere betekenis krijgt. Het Zuid-Afrikaanse liedje „Sarie Marais”, een heimweeliedje uit de „Boerenoorlog”, was in Nederland heel populair maar het werd, eind jaren ’50, verboden om politieke redenen. Zo kreeg het haar diepere betekenis en werd bij gezamenlijk optreden van Nederlandse militairen met andere strijdkrachten (met name bij de vierdaagse marsen in Nijmegen,) ook in buitenlandse corpsen geliefd. Uiteindelijk keerde het toch terug in een „Schotse” uitvoering (door de 48th Highlanders of Holland). Politiek mocht het toen kennelijk weer.

Sarie Marais (Afrikaans),                          Sarie Marais (Nederlands),
Sarie Marais (ouder Nederlands),            Sarie Marais (Indo-rock),
Sarie Marais (Engels),                              Sarie Marais (48th Highlanders of Holland),
Sarie Marais (Engels),                              Sarie Marais (Frans),
Sarie Marais (Amerikaans),                      Sarie Marais (Duits),
Sarie Marais (in Zuid-Afrika),                    Sarie Marais.

my-sarie-marais-transvaal-02Er op klikken voor de tekst

Opmerking:
Soms zingen de Afrikaanders zelfs over Amsterdam

Einde intermezzo

Het verdwijnen van die Liedjes van „elders” betekende dat er nieuwe liedjes aan het onderwijs moesten worden toegevoegd. Zoals:

Modern:
Het zenuwen lied,                                     Opstaan, doorgaan,
Ruzie,                                                       Op reis,
Madiwodo,                                                Te laat,

Buiten de scholen waren de volgende liedjes in gebruik:

Wandelliedjes
De Speeltuin,                                           Door de bossen en door de heide,
Kom mee naar buiten allemaal,               Vierdaagse lied,
Het is Meie,                                              Faderie, faldera,
Een frisse ochtendwandeling,                  Hoort zegt het voort,
Oh,sergeant,                                            Heide Wietzka,
De paden op, de lanen in.

Opmerking:
In de jaren dat Nederland nog een „echt leger” had (gebaseerd op dienstplicht) was er een goed beluisterd radioprogramma waarin, op aanvraag van luisteraars, groeten en verzoekplaten werden gedraaid voor de dienstplichtigen (waar ook ter wereld). Dit pro-gramma werd ook uitgezonden op de Wereldomroep. De herkenningsmuziek van dat programma was toen heel populair.

Echter de eerste regels van het refrein werden veranderd in:
„Sergeant ze gooien met stenen, sergeant ze gooien met grond,

Ze gooien tegen mijn benen, ze gooien tegen mijn kont.”

dat werd „van hoger hand” afgekeurd en veranderd in:
„Sergeant ze gooien met stenen, sergeant ze gooien met zand,

Ze gooien tegen mijn benen, ze gooien tegen mijn hand.”

Een voorbode van de roemruchte jaren ’60 die, in de krijgsmacht, aan de deur klopten?

Kerstliederen

Oh kindeke klein,                                     Stille nacht, heilige nacht,
Licht in de nacht,                                     Oh denneboom,
Eeuwenlang geleden,                              Komt allen tezamen,
De herdertjes lagen bij nachte,                Eng’len zingen d’eer,
In de winternacht.                                    In de winternacht (op de Markt in Gouda).

Jij in jouw klein hoekje en ik in’t mijn,       Er is een kindeke geboren op aard,
Nu zijt wellecome jesu lieve heer,            Hoe leit dit kindeke hier in de kou,
Ere zij God, in de hoge,                           Midden in de winternacht,
Er is een kindeke geboren,                      Er ruist langs de wolken een lieflijke naam,
Kerstmedley,                                            In Bethlehems stal. (op de Markt in Deventer).

Een volgende stap in de ontwikkeling was het zingen van de volwassenliederen. Ook die kennen een aantal varianten zoals religieuze- en profane liederen. aangezien de kerken meestal ook als concerthall gebruikt worden onderscheidt men hierbij religieuze- en profane liederen. Waarbij de religieuze in de kerken, maar ook elders in sporthallen en dergelijke, kunnen worden. De profane liederen worden zelden in kerken gezongen.

Regionale indeling (globaal!)

Heel globaal kan men door de Nederlanden een diagonaal trekken van het zuidwesten naar het noordoosten. Op die strook/diagonaal (die deels samenvalt met de rivieren vindt men de calvinisten, ten zuidoosten ervan (in de landprovincies) de katholieken en ten noordwest (in de zeeprovincies) de agnosten. De Sefardiem (hoofdzakelijk joodse families uit het Iberisch schiereiland), toen  de vluchtelingen uit het zuidwest Europa hebben zich (na de 80-jarige oorlog, 1568 – 1648, dus toen het katholieke gezag over-wonnen was) in de zeeprovincies gevestigd, de Askenaziem  (hoofdzakelijk joden uit het huidige Duitsland) hebben zich later over geheel Nederland verspreid. De nakomelingen van de Byzantijnen hebben zich, na de Russische revolutie in 1915), in hoofdzaak in de noord-oostelijke provincies een thuis gevonden.

Heel zwart – wit: Vindt men deze culturele driedeling terug in de lokale muziek:
* Zee-provincies: Muziek uit zeeprovincies is weergegeven in de paragraaf Muziek uit de provincies (een aanvulling daarop is, hieronder, een beeld van de Joodse muziek).
* Rivier-provincies: Een indruk van die calvinistische muziek uit de rivierprovincies volgt hieronder en in de paragraaf Nederlandse psalmen. Een verdere toevoeging daarbij is de Byzantijnse muziek die hieronder is aangegeven.
* Land-provincies: is nog in bewerking.

Calvinistische muziek
(rivier-provincies)

Nieuw Jerusalem,                                    Jeruzalem,
Oh, wat een dag,                                     Ga mij niet voorbij,
Er is een god die hoort,                           Zie ons wachten,
Zouden wij ook eenmaal komen,             Ik wil zingen,
Ik zie een poort wijd open staan,             Vrede,
Ere zij aan god den vader,

Grote god wij loven u,                              Glorieklokken,
Halleluja eeuwig dank,                             2.000 stemmen koor,
Daar ruist langs de wolken,                     Nader, mijn god, bij u,
Blijf met mij heer,                                     U zij de glorie,
Glazen stad,                                            Verdronken stad.

De Nederlandse psalmen zijn in een aparte paragraaf opgenomen.

Byzantijnse muziek
(land-provincies)

Ik zing voor U Tebe pojem (Enschede),  Kerstliederen (Amersfoort),
Kozakkenkoor (Enschede),                     Maastrichter star (Maastricht),
Twaalf rovers (Enschede),                      Twaalf rovers (Maastricht),
Byzantijns koor (Utrecht),                       Groot byzantijns koor (Utrecht),
Ave Maria (militair ereveld & kerk),         Dansgroep Roesalka (Hengelo).

Joodse muziek
(zee-provincies)

In opbouw

New York Cantors (Amsterdam),            Koor uit Jerusalem (Enschede),
Joodse barok muziek (Amsterdam),       Viering kroning Willem-Alexander (Amsterdam),
A faith in song (Amsterdam),                  
AMOS (Amsterdams Modern Orthodoxe Sjoel),
Opening
nieuwe Sjoel (Amstelveen),      Chanoeka voor het paleis (Amsterdam),
Amsterdam Klezmer Band,
Low LandsAmsterdam Klezmer Band: Ain Chassid,
Joods koor (Amsterdam) Mah Ashiv,

Toespraak van Premier Netanyahu in de Snoge (Engels, 18 januari 2012).

Rooms Katholieke muziek
(land-provincies)

???

Profane muziek
(zee-provincies)

Merck toch hoe sterck nog,                   Boerenkrijgslied (Afrikaans),
De zilvervloot,                     .                 Defileermars van de koninklijke marine,
Waar de blanke top der duinen,                Brons groen eikenhout,
Op de grote stille heide,                            In ‘t groene dal,
Komt vrienden in het rond.

Bij profane muziek is men minder gebonden aan de oorspronkelijke vorm. Dan kunnen op één grondmelodie meerdere uitvoeringsvormen ontstaan zonder dat zulks als een heiligschennis wordt ervaren. Dit toont bijvoorbeeld het lied „komt vrienden in het rond” dat ook wel „serieus” wordt gespeeld en „Piet Hein” (de Zilvervloot) dat zelfs een ere-mars werd. Ook het oude bevrijdingslied van Bergen op Zoom (Merck toch hoe sterck nog) kreeg een jonger zusje in de vorm van het krijgslied van de Afrikaanders in de Boer Oorlog” om hun vrijheid tegen de Engelsen.

Ook „Licht klassieke” openlucht concerten zijn in Nederland heel populair.

Lichte muziek

Concertgebouw orkest,                      Concertgebouw orkest: komt vrienden in het rond,
Prinsengracht concert (2013),            Rotterdams Philharmonisch Orkest,
Musical de Jantjes (2006),                 André Rieu (Maastricht 2014),
Oudere populaire liedjes.

Klassieke muziek
(alle provincies)

Hiervan is een beeld geschetst in de paragraaf Nederlandse componisten.

Concertgebouw_zaal_orkest

Populaire muziek uit de roerige jaren ’60/’70
(alle provincies)

Ik sta op wacht,                                    Wij zwaaien af,
Ik ben blij dat ik je niet vergeten ben,   Ranja met een rietje,
Hé kom aan,                                         De boerendochter (Vlaams),
Hutje in een bos,                                  Blommenkinders,
De nozem en de non,                           Big city (Amsterdam).

Oh, Oh, den Haag,                               Ben ik te min?
Testament van mijn jeugd,                   Pastorale,
Meester Prikkebeen,                            Straatliedje,
Sophietje,                                             Café zonder bier (Vlaams),
Zelfs je naam is mooi,                          Over de muur.

TorenDimitri-van-He-Kom

Een deel van de jeugd studeerde aan een universiteit (of hoge school). Ook daar werd gezongen. Maar in die wat gesloten omgeving ontwikkelde zich een toch wat aparte muziekcultuur. Heel bekend en wereldwijd gezongen is het lied Gaudeamus igitur.

Daarnaast werd aan de universiteit van Leiden (de oudste universiteit) in de Bataafse tijd het lied Io vivat gezongen. Het werd populair in die tijd waarin, in Nederland, de Universiteiten opnieuw hun oude academische vrijheden terugkregen. Ook dit lied werd een internationaal studentenlied en wordt nu nog aan heel veel Universiteiten en Hoge Scholen gezongen.
In Nederland zijn dat vooral Leiden, Utrecht, Groningen, Delft, Eindhoven, Rotterdam en Wageningen. Het wordt gezongen bij de opening van het academisch jaar (De derde dinsdag in September). Op deze melodie zijn ook heel wat andere (vaak ondeugende) teksten ontstaan.

Studentenliederen
(alle provincies)

Gaudeamus Igitur,                        Io vivat,                                          Drinklied,
Drunken Sailor,                             Allen die willen naar Island gaan,
Leve de man die het bier uitvond,

Han Tiggelaar

Foto: Wikipedia

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze website gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.