Iedereen die door Nederland rijdt kan gemakkelijk zien dat de Nederlanders zorg besteden aan hun leefomgeving. Dus is het er moeilijk is een plastic fles los op de grond te vinden. Dat is een keuze voor een land, waar elke centimeter grond haar prijs heeft. De Nederlanders bedachten zelfs hoe men het weggooien, in een afvalbak kan omzetten in een soort sportieve attractie! Dat is hun manier om de kinderen leren met ontzag om te gaan met hun „vaderland”.
Hieronder wat manieren waarop de Nederlanders proberen hun land „netjes” te houden:
Eerste manier:
De blikvanger. Een „blik” is een klein busje waarin men een drankje als cola kan kopen. Een blik is ook dat wat het oog ziet. Langs de wegen waarover veel jongens en meisjes op de fiets/brommer naar school fietsen zijn nu „blikvangers” geplaatst. De „sport” is erlangs rijdende de lege blikjes erin te gooien. Zelfs wanneer het afval er naast valt, is de taak voor de vuilnisdienst, het afval te verzamelen, gemakkelijker geworden. Dus is het nu ook eenvoudig om Nederland „netjes” te houden. Tegenwoordig gooien schoolkinderen tijdens het fietsen hun afval in die blikvangers. Goed leren mikken is zo voor hen een leuke sport geworden. Een blikvanger in een polder.
Tweede manier:
Buiten de dorpen zetten de „nette” mensen gebruikte kunststoffen in plastic zakken op verzamelpunten langs de lokale wegen. Op een vast tijdstip, een vaste dag elke week, rijden de vuilniswagens langs de wegen en verzamelt ze. De mensen brengen hun afval ‘s avonds naar de straat en reeds de volgende middag is het dan verdwenen. Hiermee verandert de hoeveelheid afval niet, zodat de vuilnismannen niet behoeven te vrezen voor hun baan en deze aanpak bevorderen!
In de dorpen hebben sommige lantaarnpalen een grappige band met knoppen om zich heen. De mensen in die dorpen hangen hun plastic zakken met gebruikte kunststoffen er aan. „Opknopen” heet dat. Het verzamelen van dat afval is dan vrij eenvoudig.
Soms verplaatsen de „wat ondeugende” jongens die band met knoppen van de ene lantaarnpaal naar een andere in de buurt van het huis van een ouder echtpaar, een alleenstaande vrouw, of een meisje dat ze behagen willen. Dat doet hun buurtgenoten glimlachen.
(Opmerking: op rode bestrating heeft het gemotoriseerde verkeer geen voorrang boven de voetgangers en de fietsers!)
Lantarenpaal met haar knoppen in gebruik
Derde manier:
Het is al een oude traditie om het afval te scheiden. Bijna elk Nederlands gezin heeft nu twee vuilnisbakken. In de groene gaat het plantaardig afval (wordt omgezet in compost en wordt dus kunstmatig tot „natuurlijke” mest); in de grijze gaat het „normale” afval.
Vierde manier
Ook oud papier en oud metaal wordt gescheiden ingezameld en dan hergebruikt. Dit ophalen gebeurd meestal door vrijwilligers. Het ingezamelde afval brengt geld op (van recycling bedrijven). Veel gemeenten subsidieren die vrijwilligers zodat de opbrengst de goede doelen en de dorpsverenigingen steunt.
Vijfde manier:
Verder wordt gebruikt glas (hoofdzakelijk flessen, op kleur gescheiden) ingezameld. Ook gebruikt textiel (bijvoorbeeld kleding die nieuw gebruik vindt via het Rode Kruis).
Ter zijde
Niet al het gerecycled materiaal (metaal en plastic) is kwalitatief nog goed genoeg voor nieuwe technische toepassingen. Daarom krijgt een deel ervan een tweede leven in de vorm van, bijvoorbeeld, straatmeubilair.
Mogelijk stamt dit alles uit de traditie „het land u gegeven te verzorgen”. Ook nu Wodan niet meer op zijn schimmel over de daken rijdt om te bezien hoe de mensen hun land verzorgen en ook de calvinistische plicht te zorgen voor „Gods gave” onder de meeste mensen niet meer leeft, zegt men op het platteland nog steeds: „uw eigendom is maar geleend van uw kinderen, dus zorg er goed voor”. Wel, ook dat is een goed argument, is het niet?
De voormalige Meent van Lekkerkerk
Geschiedenis:
De geschiedenis heeft de Nederlanders geleerd de waarde van hun land te waarderen. Daarbij hebben ze soms een bittere prijs betaald. Het verzorgen ervan was altijd een plicht. Om de landloze mensen te steunen had ooit iedereen de plicht daartoe „gemene gronden” voor hen beschikbaar te stellen. Dus was er een algemene taak, naast het eigen land, ook die „(al)gemene gronden” te onderhouden. Die „algemene gronden” werden „de meent” genoemd. Uit het beheer en het gebruik van die meenten groeiden gemeenschappen. Zo zijn de oude Nederlandse „gemeenten” ontstaan.
Wellicht is zo ook het idee „liefde” voor het land te uiten in „zorg” ontstaan want: „ons kent ons”. De Nederlanders, meer dan andere naties, houden nog steeds van „hun” tuintjes, „hun” dorpen, ook nog wel van „hun” provincies en wat minder van „het” rijk.
Het zien vervagen van deze traditie in de steden doet Nederlanders op het platteland pijn. (Veel stedeling verhuizen nog steeds graag naar het platteland. Dit is anders dan in het buitenland waar het platteland ontvolkt doordat men naar de steden trekt).
Bovenstaande foto’s zijn gemaakt in Lekkerkerk door Autor.
Het is ook een vorm van zorg voor het milieu / Beeld: Renata Głuszek
Han Tiggelaar
Foto’s: Han Tiggelaar