De oude provincie bestond hoofdzakelijk uit de eilanden: Walcheren, Beveland, Schouwen & Duiveland en Tholen. Bij de vorming van het koninkrijk werd een aantal provinciale grenzen herzien. Zo kwam het oude „Staats-Vlaanderen” als „Zeeuws-Vlaanderen” bij de provincie Zeeland.
De provincie grenst nu in het noorden aan de provincie Zuid-Holland, in het oosten aan de provincie Noord-Brabant, in het zuiden aan de (Belgische) provincies Oost- en West-Vlaanderen en in het westen aan de Noordzee. De Zeeuwse hoofdstad is Middelburg.
Middelburg – raadhuis
De provincie heeft een bevolkingsdichtheid van 214 inw. / km2.
Het provinciale wapen de provinciale vlag
Provinciale omroep: (Z-Radio) & (Z-TV) & provinciale Teletekst.
Zeeland in vogelvlucht & Weer in Zeeland & Noodweercentrale Zeeland.
Zeeuwse overheid. & De staten van Zeeland (foto’s).
Toerisme in Zeeland & Leskaart van Zeeland.
Provinciaal volkslied (Nederlands).
-1- -2-
Geen dierder plek voor ons op aard, Het land, dat fier zijn zonen prijst,
Geen oord ter wereld meer ons waard, En ons met trots de namen wijst,
Dan, waar beschermd door dijk en duin, Van Bestevær en Joost de Moor,
Ons toelacht veld en bosch en tuin; Die Blinken zullen d’eeuwen door,
Waar steeds d’aloude Eendracht woont, Waarvan in de historie blaen,
En welvaart ‘s landsmans werk bekroont, De Evertsen en Bankert staan,
waar klinkt des Leeuwen forsche stem: Dat immer hoog in eere houdt,
“Ik worstel moedig en ontzwem!” dien onverschrokken Nærebout.
-3-
Gij, Zeeland, zijt ons eigen land,
Wij dulden hier geen vreemde hand,
Die over ons regeeren zou,
Aan onze vrijheid zijn wij trouw.
Wij hebben slechts één enk’le keus:
‘Oranje en Zeeland!’ da’s de leus!
Zoo blijven wij met hart en mond,
Met lijf en ziel: goed Zeeuwsch goed rond.
Geschiedenis
Ongeveer 150.000 jaar geleden begon de Nederlandse geschiedenis van de mens in Zeeland. Zo door de vondst van de stenen bijl op het strand van Cadzand in Zeeuws- Vlaanderen.
Dat gebied ligt iets hoger dan de rest van Zeeland. Een lange, zanderige heuvelrug loopt van oost naar west. Op die zandrug zijn meerdere voorwerpen gevonden waaruit blijkt dat er in Zeeland al vroeg mensen waren. Bij Nieuw-Namen, in het oosten van Zeeuws-Vlaanderen, zijn stenen pijlpunten gevonden die dateren van omstreeks 9.000 vbj.
Vanaf 4.500 jaar voor de jaartelling waren er waarschijnlijk al landbouwers in Zeeland. Een duinenrij, hier en daar door een riviermonding onderbroken, strekte zich rond het jaar 0 uit langs de kust. Daarachter, tot aan de zandgronden van Brabant, was één groot veengebied met kreken doorsneden. Veeboeren woonden op de hogere veen-gronden. Zij maakten zelf hun aardewerk of lieten het komen uit de Rijnstreek (rond het huidige Keulen) en Lotharingen (op de grens van Frankrijk en Duitsland).
Weg naar de vaste wal
Romeinse tijd
In Aardenburg in Zeeuws-Vlaanderen is veel materiaal gevonden uit de Romeinse tijd. De Romeinen kwamen omstreeks het begin van de jaartelling naar Nederland en vertrokken weer na een paar honderd jaar. In die tijd is Domburg op Walcheren een belangrijke plaats geweest. Vanuit Domburg werd handel gedreven met plaatsen in Engeland en in West-Europa.
Na een hevige storm in 1647 kwamen in Domburg onder de duinen resten te voorschijn van een aan de godin Nehalennia gewijde tempel. Ook werden er toen stenen altaren gevonden, door kooplieden aan de godin opgedragen uit dankbaarheid voor hun behouden overtocht. Uit de Oosterschelde zijn nog veel meer resten uit de Romeinse tijd opgevist, waaronder nog een aantal aan Nehalennia gewijde stenen.
Votief van de Godin Nehalennia
Drie eeuwen na Christus werd Zeeland grotendeels overstroomd. Aan de bewoning kwam toen een einde, alleen in de duinen werd misschien nog gewoond. Van de 8ste tot de 10de eeuw was er weer intensief handelsverkeer met Engeland. Ook deze keer vanuit de havenplaats Domburg, die toen waarschijnlijk Walacria heette. Naar die plaats is later het eiland Walcheren genoemd.
Rond 850 hadden de Vikingen (de Denen) Walcheren een tijdje in hun bezit. Na hun vertrek werden er verdedigingsburchten gebouwd in (de huidige plaatsen) Oostburg, Oost-Souburg, Middelburg, Domburg en Burgh. Die burchten waren een onderdeel van een verdedigingslinie die liep van de kust van Frankrijk af tot aan Den Burg op Texel.
Polders
Van de 11de eeuw af werden de Zeeuwse eilanden langzaam maar zeker ingepolderd. Dit gebeurde meestal in opdracht van Vlaamse abdijen die grote delen van het toen-malige Zeeland in bezit hadden. Het bouwen van dijken was een groot karwei, want de arbeiders hadden alleen een spa en wat manden als gereedschap.
Kleine eilanden groeiden door de indijkingen aaneen tot grotere gebieden. Op de schorren en slikken vonden schapen voedsel. Door die aanwezigheid van schapen ontstond er wolhandel. Abdijen en kloosters, ook de 12de eeuwse abdij in Middelburg, hadden veel invloed. Het waren dan ook de monniken die de grondslag legden voor een goed opgezette landbouw.
Steden
De handel en daarmee ook de welvaart nam toe. De bevolking groeide weer. Dat leidde in de 12de en 13de eeuw tot het ontstaan van een groot aantal dorpen. Een dorp was pas echt een dorp als het een kerk kreeg. Sommige dorpen groeiden uit tot steden. Middelburg kreeg al stadsrechten in 1217, van een Vlaamse gravin en een Hollandse graaf. In die tijd ontstonden ook hier de waterschappen.
De 16de eeuw kende grote economische voorspoed, maar ook tegenslagen, oorlogen en watervloeden. Op 5 november 1530 (Sint Felix = de „quade Saterdach”) verdwenen bijvoorbeeld Noord-Beveland, Borssele en Sint-Philipsland voor tientallen jaren onder water. Oorlog was in die tijd de strijd tegen Spanje. In 1574 viel Middelburg in handen van Willem van Oranje. De kloosterlingen verlieten na ruim vier eeuwen hun abdij en niet veel later namen de Staten van Zeeland het provinciaal bestuur bezit van het abdijcomplex en bleven daar tot op vandaag.
Door de komst van de vele Vlamingen (door de val van Antwerpen in 1585) kreeg het maatschappelijke en culturele leven een belangrijke impuls. Daarna ontstond voor de provincie Zeeland (zoals voor geheel Nederland) een gouden tijd, wat nu nog te zien is aan de vele monumenten in steden als Middelburg, Veere, Zierikzee, Tholen, Vlissingen en Brouwershaven.
Stadspoort Zierikzee
Neergang
In de achttiende eeuw ging het weer achteruit met de welvaart. De overheersing door Napoleon deed daar nog een schepje bovenop. Die Franse tijd (1795-1813) bracht nogal wat veranderingen. De scheepvaart over de Westerschelde werd lamgelegd en de Zeeuwse steden verpauperden. Handel was er nauwelijks meer mogelijk. Alleen de landbouw kon zich handhaven. Toen de Fransen het land verlieten, was het geplunderd en verarmd. Van die tijd af is in er vrijwel alle steden enorm veel gesloopt. De 19de eeuw kan dan ook met recht de sloperseeuw worden genoemd. De overheid probeerde wel de economie nieuw leven in te blazen, maar dat ging heel erg moeizaam.
Moderne tijd
In 1868 werd de spoorlijn van Bergen op Zoom naar Goes in gebruik genomen. Vijf jaar later werd die lijn doorgetrokken naar Vlissingen. Toen waren ook het kanaal door Walcheren en de Vlissingse havenwerken gereed. Daarop werd de scheepsbouw-maatschappij “ De Schelde ” in Vlissingen opgericht en is er werkgelegenheid ontstaan.
Zeeland ging dus de 20ste eeuw heel rustig in. De belangrijkste veranderingen waren het verschijnen van de trams op Walcheren, wat later ook in Zeeuws-Vlaanderen en op Schouwen. In 1928 werd het eiland Tholen met Noord-Brabant verbonden door een brug over de Eendracht.
Tweede Wereld Oorlog
De Tweede Wereldoorlog (1940-1945) liet ook in Zeeland haar sporen achter. Een Duits bombardement (17 mei 1940) verwoestte een belangrijk deel van het centrum van Middelburg*. De provinciale vloot van veerboten ging geheel verloren. Vlissingen werd de meest beschoten stad van Nederland. Aan het einde van de oorlog was er slechts één huis ongeschonden. In oktober 1944 bombardeerden geallieerden de Walcherse zeedijken. Dus liep Walcheren onder water, werden de Duitsers verdreven en kwam de vaarweg naar Antwerpen weer vrij. Tijdens de oorlog werd West-Zeeuws-Vlaanderen grotendeels verwoest. Schouwen-Duiveland bleef tot in 1945 bezet.
* Tegenwoordig is men overwegend van mening dat dit bombardement is uitgevoerd door de Franse troepen, met hun artillerie van Zeeuws-Vlaanderen uit. Dit om de Duitse opmars te stoppen. Grond voor die gedachte is de positie waarin niet ontplofte granaten werden aangetroffen (Hutte).
Lees ook: Axel – Gdynia & Axel 1944 & Axel 1944 – 2014 herinnert & Museum in België.
Wederopbouw
De wederopbouw kwam door nationale armoede (gebrek aan materiaal en werktuigen) maar moeizaam op gang. Toen de situatie weer vergelijkbaar was met die van voor de oorlog, bracht de watersnoodramp van 1 februari 1953 de provincie vrijwel weer terug bij af. Bij die ramp in Zuid-West-Nederland kwamen 1836 mensen om het leven en een groot deel van de Zeeuwse eilanden kwam weer onder zeewater te staan. Die ramp zorgde ervoor dat de bekende delta-dijken en -dammen werden aangelegd. In 1986 kwam de stormvloedkering in de Oosterschelde gereed.
Stormvloedkering in de Oosterschelde
Na het begin van de jaren zestig van de vorige eeuw, zijn industrie, handel en transport in Zeeland flink gegroeid. De industrie- en dienstensector is nu een belangrijke bron van inkomsten in de provincie.
Zeelandbrug
Musea in Zeeland.
Volkslied: Zeeuws-Vlaanderen & Video Zeeuws-Vlaanderen
Volksdansen: Terneuzen & Molenstraat & Driekusman & Demonstratie.
Webplek: West Zeeuws-Vlaanderen.
Liederen:
Land van veranderingen (Zeeuws) & Meriete (Zeeuws) & Mien Maats Die E Oal Trekkers (Zeeuws) & Zeeuws-Vlaamse identiteit & Mijn vlakke land (Vlaams) & Ellesdiek (Zeeuws) & Boerenbruiloft.
Webplek Zeeuwse muziek: E. Reinhoudt.
Provinciale toeristische informatie: VVV.
Han Tiggelaar
Afbeelding: Dorota Mazur (Weg naar de Wal, Zierikzee, Zeelandbrug), Wikipedia
Hoi Han,
Prima verhaal met de belangrijkste punten er in.
Een tip over volksmuziek van Zeeland / Zuid Beveland is Engel Reinhout die een groot aantal liedjes in de oude taal ( heeft ook boekjes geschreven).
http://www.zeeuwsezanger.nl/engelreinhoudt.html
Groetjes Huib