Nederlandse wijsgeren

Ook in de Nederlanden stond de ontwikkeling van het denken over godsdienstige en maatschappelijke vragen niet stil. Met name een vijftal „grote” wijsgeren hebben als vrijdenkers hieraan een bijdrage op wereldniveau geleverd. Dat zijn: Geert Groote, Desiderius Erasmus, Dirk Coornhert, Hugo de Groot en Baruch de Spinoza. Niet allen hadden een katholieke achtergrond, want Hugo de Groot kwam uit een calvinistische- en Baruch de Spinoza uit een joodse omgeving. Heel sterk vereenvoudigd waren gedachten die ze voortbrachten als volgt:

1. Geert Groote (Deventer 1340 – Deventer 1384)
Tijdens zijn jonge jaren maakte hij in het Rijnland, vermoedelijk met name in Keulen, kennis met het gedachtegoed van „de ketters” (Katharen). Na zijn omzwervingen richtte hij (in Zutphen) de „Broederschap des gemeene Levens” op.

Dom Groote

Restauratie van het Geert Groote Huis, 1 september 2011

Praktisch betekende dit het streven naar een „rijk” gemeenschappelijk bezit (zowel materieel als geestelijk) ten koste van een persoonlijk eigendom in materiële zin. Bijvoorbeeld: als veel mensen een paar boeken hebben, is het dan niet beter dat ze samen een bibliotheek (veel boeken) vormen? Overigens dit alles zonder in zwart-wit uitersten te vervallen.

2. Desiderius Erasmus (Rotterdam 1486 – Basel 1536)
ErazmHij vertaalde veel oude geschriften waaronder delen van de bijbel naar het Latijn en het Grieks. Onder andere het Grieks heeft hij geleerd op een school van de „Broederschap des Gemeene Levens”. Hij zag het dienen van de medemens als een „menselijke” plicht, hetgeen hem tot een vroege humanist maakt. Hij zag het leven niet, op de eerste plaats, als een „aards tranendal” en waardeerde ook de humor. Zijn Lof der Zotheid wordt gezien als het eerste Nederlandse boek, dat niet echt diep serieus bedoeld is. Het behoort nog steeds tot de literatuur die op middelbare scholen vaak voor het examen gelezen wordt. Lees ook: Verloren Bibliotheek van Erasmus.


3. Dirk Coornhert (Amsterdam 1522 – Gouda 1590)
Dirck Volkertsz. Coornhert werd geboren in Amsterdam. Na het maken van een reis door Spanje en Italië ging hij in Haarlem wonen in de St. Jansstraat. Zijn ouders waren het niet eens met zijn keuze van huwelijkspartner en onterfden hem. Hij voorzag vele jaren in zijn levensonderhoud als etser en graveur. Hij maakte zeer verdienstelijke prenten en de beroemde Hendrick Goltzius was zijn leerling. Hij kon ook schermen, de fluit en de luit bespelen en dichten (hij werd genoemd als dichter van het Wilhelmus). Hij was een toneelschrijver en leerde op latere leeftijd Latijn zodat hij de kerkvaders in die taal kon lezen en waardoor hij de Odyssee uit het Latijn kon vertalen.

Coornhert obrazLater werd hij notaris en in 1564 gemeente- secretaris van het College van Burgemeesters van Haarlem. In die functie leerde hij Prins Willem van Oranje kennen, die de opstand tegen Filips II leidde. Dit maakte hem tot een verdacht man. Na de Beeldenstorm vluchtte hij tijdelijk naar Keulen. Na zijn terugkeer werd hij voor de Raad van Beroerte gedaagd en zelfs tot eind 1567 in de Gevangenpoort in Den Haag opgesloten. In 1568 vluchtte hij weer nu via Kleef naar Xanten in het tolerante Hertogdom Kleef. In 1573 keerde hij terug. Na drie maanden de functie van secretaris van de Staten van Holland te hebben bekleed, moest hij voor de derde keer naar Duitsland uit-wijken. Hij verbleef er toen zo’n 10 jaar in balling-schap, voordat hij weer terugkeerde naar Haarlem. Hier is hij vervolgens weer een aan-tal jaren als notaris werkzaam geweest.

Zijn vele werken op het terrein van theologie, moraal, strafstelsel en staatsinrichting zijn in het Nederlands, in plaats van in het toen gangbare Latijn, gesteld. Hij heeft op die wijze veel bijgedragen tot de verrijking en verbetering van de Nederlandse taal. Hij is echter daardoor minder internationaal bekend dan bijvoorbeeld Erasmus met wie hij kan wedijveren in belangrijkheid.

Dirck Volkertsz. Coornhert kan worden gezien als een (religieus) humanist. Hij was een zeer belangrijk maar ondergewaardeerd veelzijdig, verlicht en verdraagzaam renaissance denker en publicist op veel terreinen. Hij schreef een indrukwekkende hoeveelheid heel belangrijke  publicaties op een basis van gedegen studies (boeken, pamfletten, andere geschreven werk, correspondenties). Hij werkte steeds stipt van ’s morgens 04:00 tot  22:00 ‘s avonds. Slapen zag hij slechts  als „oefenen in dood zijn”, en vond het dus maar een noodzakelijk kwaad.

Hij was van huis uit katholiek maar ageerde fel tegen praktijken van de kettervervolgingen. Hij moest enkele keren op de vlucht wegens zijn anti-Rooms-Katholieke gezindheid. Hij noemde zichzelf „universeel Katholiek”. Hij werd verbannen door zowel calvinistische stadsbestuurders als predikanten. Op het eind van zijn leven is hij van Delft naar Gouda gevlucht. Er was daar toen een meer liberale overheid, met als gevolgen een grotere persvrijheid en een zeer vrijzinnige prediking vanaf de kansel van de St.-Janskerk.
De Goudse Steen in het sterfhuis van Coornhert (van de boekdrukker Jasper Tournay,  Oosthaven 17 Gouda) was mogelijk de aanleiding voor zijn keuze voor Gouda. Hij had namelijk al een paar van zijn werken voor hem gedrukt. Tijdens zijn verblijf in Gouda zou deze drukker mogelijk al zijn boeken voor hem hebben gedrukt en uitgegeven.

Coornhert had invloed op Willem van Oranje met wie hij een goed contact onderhield over denkbeelden betreffende religieuze verdraagzaamheid en godsdienstvrijheid.

Dirck Volkertszoon. Coornhert overleed in Gouda op 29 oktober 1590. Op de zijgevel van het stadhuis van Gouda hangt een plaquette ter nagedachtenis. Coornhert werd begraven in de Grote of Sint-Janskerk te Gouda.

4. Hugo de Groot (Delft, 1583Rostock, 1645)
GrocjuszDe Groot schreef Latijnse tragedies en gedichten, theologische verhandelingen en gedichten in het Nederlands. Maar zijn belangrijkste werken liggen op historisch en juridisch gebied. Zijn beroemdste werk is „De iure belli ac pacis” (Over het „recht” van oorlog en vrede) uit 1625. Dit werk vormt de basis voor het moderne volkenrecht. Hugo de Groot is ook bekend door zijn pleidooi voor de vrije toegang tot de zee (en ook de vrijhandel) het boek „Mare Liberum (1609). Hugo de Groot mocht tijdens zijn gevangen-schap wel verder studeren en schrijven. De boeken die hiervoor nodig waren, werden vanuit Gorinchem in een boekenkist naar Slot Loevestein gebracht. De boekenkist werd in het begin streng gecontroleerd, maar later verslapte dat. Dus werd een plan gesmeed om Hugo te laten ontsnappen. Hij trainde om stil en geruisloos te liggen in de boekenkist. Die training duurde steeds twee uur per keer, de duur van de overtocht naar Gorinchem.

Loevenstein

Slot Loevestein

Op de dag dat er in Gorinchem een jaarmarkt was, kroop Hugo de Groot in de boeken-kist en werd mede door dienstmeisje Elsje van Houweningen het kasteel uitgebracht. De boekenkist werd door de festiviteiten niet gecontroleerd. Rond 08:30 uur werd de kist naar de overkant van de Waal/Merwede verscheept. Rond 10:00 uur kwam hij in Gorinchem aan. Rond 14:00 was hij verfrist en verkleed als metselaar vertrok naar het zuiden. Via een rit door het Land van Altena kwam hij ‘s avonds rond 22:00 uur aan in Waalwijk. Daar vandaan vertrok hij per postkoets.

5 Baruch Spinoza (Amsterdam 1632 – den Haag 1677)
SpinozaBaruch Spinoza was een Hollandse wijsgeer, wiskundige, een groot politiek denker en ook lenzenslijper. uit de vroege Verlichting. Onder de natuurfilosofen is hij een radicaal die al de wonderen van Christus ontkende en  die ook slechts verklaringen accepteerde gebaseerd op de “rede“. Hij stelde dat Bijbelse profeten gewone mensen waren met een uitzonderlijke verbeeldingskracht die niet namens god spra-ken. Spinoza ontwikkelde een filosofie waarin theologie geen rol speelde en ongeacht welke religie toepasbaar is. Hij stelde dat god en natuur een en hetzelfde zijn en dat dus inzicht in de natuur ook de kennis van het „goddelijke” verhoogt.

dom Spinozy

Spinozahuisje aan de Spinozalaan in Rijnsburg

Zijn boeken waren tweehonderd jaar lang verboden in Europa, omdat zijn historische Bijbelkritiek maar zou leiden tot atheïsme en fatalisme. Als politiek denker vond hij dat de macht van de staat nooit aan een enkeling toevertrouwd mocht worden, omdat daar misbruik van gemaakt zou worden. Vanwege zijn grondige kennis van het Hebreeuwse idioom is Spinoza van groot belang geweest voor de Bijbelwetenschap. Zijn „Tractatus theologico-politicus” (het Theologisch-politiek traktaat) is nog anonym tijdens Spinoza’s leven in 1670 verschenen. Het geeft een van de eerste logische analyses van de Bijbel en geeft argumenten voor godsdienstvrijheid en tolerantie. Spinoza sloot dit boek af met een prijzende beschouwing over de vrijheid die Amsterdam aan haar burgers bood.

Ethica
EtykaZijn beroemde levenswerk is de „Ethica ordine geometrico demonstrata”. Het werd pas na zijn dood uitgegeven in zijn sterfjaar 1677. Hoewel ethiek het hoofdonderwerp is, begint het werk met een uitgebreide uiteen-zetting van Spinoza’s metafysica. In navol-ging van Descartes ging Spinoza uit van het idee dat de wiskunde een voorbeeld is voor de filosofie. Het gehele werk volgt de „geo-metrische’ methode“, in navolging van Eucli-desElementen, dus: definities, axioma‘s, stellingen, bewijzen, dan gevolgtrekkingen. Spinoza ging ervan uit dat er slechts één substantie bestaat, door hem begrepen als datgene wat op zichzelf bestaat en uit zich-zelf kan worden begrepen. Het is zijn eigen oorzaak en wordt gelijkgesteld aan de hele natuur (ofwel god). De attributen van deze substantie zijn oneindig in aantal en vormen tezamen haar wezen; de mens echter kent er slechts twee, namelijk de gedachten en de ruimte. De afzonderlijke zaken zijn slechts modificaties (wijzigingen, veranderingen) van deze substantie.

De Ethica behandelt vijf onderwerpen heel grondig:
1. Over god
2. Over aard en oorsprong van de geest
3. Over oorsprong en aard der aandoeningen
4. Over de menselijke knechtschap of de macht der aandoeningen
5. Over de macht van het verstand of de menselijke vrijheid

Om verwarring met de „natuur” in het dagelijks taalgebruik te vermijden, onderscheidde Spinoza een natura naturans (scheppende natuur) en een natura naturata (geschapen natuur).

Opmerking:
Wanneer een student begrepen heeft wat hij leerde (na examen of werkstuk) wordt wel als groot compliment gezegd: „Ga zo voort mijn zoon en ge zult Spinoza heten”. Dit leeft in de volksmond voort als: „Ga zo voort mijn zoon en ge zult spinazie eten”. Is dat niet een heel mooie waardering, na meer dan drie eeuwen, uit die volksmond?

Han Tiggelaar

Afbeeldingen: Wikipedia

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze website gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.